page contents
Dutchhelmets.nl
Dhr. H.L. Rijnink

De helm van Dhr. Rijnink


Dhr. Hendrik Lambertus Rijnink was in de meidagen van 1940 als dienstplichtig sergeant (Dpl Sgt) ingedeeld bij de 6e Batterij Luchtdoelartillerie (6 Bt LuA), was belast met vuurleiding en was gelegerd in de omgeving van Strijen vanaf de mobilisatie in september 1939.


Van Korps Luchtdoelartillerie naar Brigade Luchtdoelartillerie


Op 15 juni 1938 werd de luchtdoelartillerie gereorganiseerd van een Korps Luchtdoelartillerie naar een Brigade Luchtdoelartillerie wat bestond uit een staf, het 1e Regiment luchtdoelartillerie  in Utrecht en het 2e Regiment luchtdoelartillerie in Amsterdam. In deze nieuwe organisatie waren in feite de brigadestaf en het 1e regiment een voortzetting van het oude korps. Het nieuwe 2e regiment werd op 15 juni 1938 opgericht en in juni 1939 verhuisde het 2e regiment naar Alkmaar.

 

Niet alleen de organisatie van de luchtdoelartillerie ging in 1938 op de schop, datzelfde gold voor de structuur en inrichting van de luchtverdediging. Het resulteerde in de totstandkoming van het Commando Luchtverdediging, waarover generaal-majoor Piet Best de scepter ging zwaaien. Onder zijn bevel vielen voortaan de luchtdoelartillerie, de drie luchtverdedigingskringen ter verdediging van een aantal vitale objecten in het westen en het midden van het land, de zoeklichten van de

genie en de luchtwachtdienst.


Eind augustus 1939 werd de algemene mobilisatie afgekondigd. Hierbij hield de vredesorganisatie van de luchtdoelartillerie op te bestaan. De brigadestaf en de twee regimenten gingen op in het Depot Luchtdoelartillerie, dat in Alkmaar neerstreek.


De Vickers 7,5 TL luchtdoelgeschut


In 1934 schafte de legerleiding 8 batterijen middelzwaar luchtdoelgeschut van het type Vickers 7,5 TL aan bij Vickers Armstrong. Elk batterij bestond uit 3 vuurmonden (ook wel stukken genoemd), een vuurleidingstoestel en aanvullende apparatuur zoals afstand-hoogtemeters.

De Vickers 7,5 TL had een kaliber van 7,5 cm en was in staat om elke 2 seconden een 6,5 KG brisantgranaat af te vuren. De effectieve dracht bedroeg 6.000 meter.

Het Vuurleidingstoestel voor de Vickers 7.5 TL was een mechanisch rekenapparaat, dat bediend  moest worden door acht manschappen, terwijl de afstand-hoogtemeter een twee manschappen voor de bediening vergde. De goede werking van het geheel was volledig afhankelijk van de nauwkeurigheid van handelen en het op elkaar afgestemd zijn van het bedienend personeel. Juist onder gevechtsomstandigheden was dit van essentieel belang.

 

In februari 1937 werd door de Generaal Reijnders aangegeven dat als ‘eerste urgentie’ voor de luchtverdediging nog 18 extra batterijen 7,5 TL benodigd waren. Als ‘tweede urgentie’ zouden nog eens 6 batterijen 7,5 TL benodigd zijn. Voor de aanschaf van het middelzware luchtdoelgeschut viel de keuze wederom op de 7,5 TL van Vickers Armstrong. Er werden in eerste instantie 10 batterijen besteld en elk batterij bestond wederom uit 3 vuurmonden, een vuurleidingstoestel en aanvullende apparatuur zoals afstand-hoogtemeters. Van de 10 bestelde batterijen werden 2 batterijen in onderdelen aan de Artillerie Inrichtingen werden geleverd. De verdere productie van de Vickers 7,5 TL zou in Nederland gaan plaatsvinden en de Vickers 7,5 TL vuurmonden hadden de Ford V8 als artillerietrekker, uitgerust met het DAF Trado systeem.

 

De Nederlandse productie liep vertraging op waardoor in juni 1939 de Nederlandse productie van de Vickers 7,5 TL goed op gang kwam, wat niet het geval was voor de bijbehorende vuurleidingsapparatuur. Het eerste in Nederland geproduceerde volautomatische rekentoestel van de firma Hazemeyer, waarop de korpsleiding het oog had laten vallen, kwam door productieproblemen slechts luttele dagen voor de Duitse inval in mei 1940 beschikbaar.

Bij Skoda waren als noodgreep 20 batterijen Skoda 7,5 TL no.2 vuurmonden van 7,5 cm aangeschaft. Elk batterij bestond uit 4 vuurmonden, een vuurleidingstoestel en aanvullende apparatuur zoals afstand-hoogtemeters. Door de Duitse inval in Tsjechië-Slowakije stagneerde de levering vanaf begin 1940 en werden slechts 3 batterijen met in totaal 12 vuurmonden geleverd.

 

Op 10 mei 1940 waren 24 batterijen met ieders 3 vuurmonden Vickers 7,5 TL gevechtsgereed. Samen met de 12 Skoda 7,5 TL no.2 vuurmonden, waren dit in totaal 84 vuurmonden 7,5 cm. Ook bevonden zich ongeveer 100 vuurmonden van het model Vickers 7,5 TL in opslag waar geen vuurleidingssysteem voor waren. Deze vielen na de capitulatie ongeschonden in Duitse handen.


De 6e Batterij Luchtdoelartillerie.


Strijen was in het kader van de Landsverdediging, strategisch gelegen. Begin september 1939 verscheen de 11e Zoeklichtafdeling tegen luchtdoelen en nestelde het Vrijwillig Landstormkorps Luchtwachtdienst in Strijen, op de toren van het gemeentehuis. De Luchtwachtdienst moest in de gaten houden wat zich in de lucht afspeelde en de zoeklichten werden opgesteld in het Land van Essche, bij Strijensas en in Cillaarshoek.

 

Tevens nam 6 Bt LuA stelling aan de Langedam (Nieuw-Bonaventura). De mensen van het gemeentehuis hadden het erg druk met het onderbrengen van al die soldaten. Meestal gebeurde dat in boerderijen maar ook wel in gewone woningen.  De diverse militaire onderdelen brachten de winter door met paraatheidsoefeningen en uitbouw van de stellingen.

 

Begin april werden Noorwegen en Denemarken door Duitsland onder de voet gelopen. Hierop werd op 12 april 1940 de Groep Kil uit de Brigade C gevormd, wat een gevolg was van de opperbevelwijziging in combinatie met de lessen van de inval in Denemarken en Noorwegen.

De Groep Kil had haar troepen verdeeld over drie zones: De Hoekse Waard tussen de Kil en Westmaas [oost-west] genaamd vak Strijen, het vak Wieldrecht op het Eiland van Dordrecht [met uitzondering van het Kantonnement Dordrecht zelf] en het bruggenhoofd Moerdijk. Twee van deze zones waren weer onderverdeeld in vakken. Voor Wieldrecht waren dit de vakken West, Midden en Oost en voor de Hoekse Waard de zone rondom het stafkwartier, en de bataljonsvakken Strijen-West en Strijen-Oost.

 

De enige luchtafweer in het gehele gebied van Groep Spui en Groep Kil werd gevormd door de drie stukken 7.5 tl Vickers no.1 van 6 Bt LuA, die een kilometer westelijk van Mookhoek stonden opgesteld. Dit was een neutraliteitsopstelling waardoor de stukken open en bloot in het veld stonden. In geval van oorlog was deze batterij voorzien voor de luchtverdediging in de sector noord van de Nieuwe Maas. De oorlogsbestemming van de batterij is onbekend, maar een sterk vermoeden bestaat dat dit noordelijk van de Nieuwe Maas zou zijn geweest. Commandant van 6 Bt LuA was res. elt D. van Bekkum en de totale sterkte van de Batterij was 122 man.

De batterij werd ondersteund door de twee zoeklicht afdelingen met ieder drie lichten. De sectie 3-XI-Zl.A.tl ten noorden van Strijen, die rondom Cillaarshoek was opgesteld, met drie lichten diende met 6 Bt LuA samen te werken. De tweede sectie, 4-XI-Zl.A.tl, welke ten westen van Strijensas was opgesteld met drie lichten, had ook samenwerking met 6 Bt LuA. Deze zoeklichtopstellingen waren ook uit neutraliteitsaard ontstaan en niet beschut.

Bij de rivierbatterij bij Numansdorp waren nog enkele M.18 zware mitrailleurs ingedeeld om de batterij te beschermen tegen laagvliegende aanvallers.

 

Aan de noordoostrand van het dorp Moerdijk, ten zuiden van Strijen en ongeveer 1,5 kilometer westelijk van de verkeersbrug, was ook een batterij 7.5 no.1 opgesteld, namelijk 19 Bt LuA. Deze batterij bestond uit drie vuurmonden, maar had op 10 mei een defect stuk. Het bestond dus slechts uit twee vuurmonden die met vuurleiding konden vuren. De twee M.25 Spandau mitrailleurs die tot de bewapening van de batterij behoorden, waren niet in gebruik omdat de affuiten en munitie voor de mitrailleurs ontbraken. Ook 19 Bt LuA stond in een open neutraliteitsopstelling.

 

Strijen werd op 10 mei 1940, om 4 uur in de morgen door het bulderen van het afweergeschut uit de slaap gewekt. Vele tientallen Duitse vliegtuigen, zowel transportvliegtuigen als bommenwerpers, waren overal in het luchtruim zichtbaar. Boven de Brabantse oever en het Eiland van Dordrecht werden parachutisten uitgeworpen. In Strijen gingen velen de straat op om te kijken wat er aan de hand was. De mensen waren getuige van enkele luchtgevechten, ondermeer boven de Strijense Haven.

De luchtwachtpost van de batterij die opgesteld stond op een stuk land niet ver van de Strijenschedijk, meldde dat voortdurend vijandelijke toestellen overvlogen. De post meende dat zij waren ontdekt en verhuisde daarom naar een boomgaard langs de Oud-Bonaventurasedijk. Een wijs besluit: op zaterdag 11 mei werd de verlaten stelling gebombardeerd.

De aanvoer van munitie werd nagenoeg onmogelijk doordat Duitse valschermtroepen verspreid waren en vele terreindelen  controleerden. Hierdoor werd een nieuwe aanvullingsplaats aangewezen en hebben alle onderdelen

voldoende munitie kunnen krijgen, behalve 6 Bt LuA die ondanks een poging om met een

vrachtauto te voorzien van munitie, niet te bereiken was. Op 11 mei  had 6 Bt LuA dan ook geen munitie meer en had een opstelling nabij Puttershoek ingenomen.

Op 13 mei verplaatste 6 Bt LuA naar Maassluis en op 14 mei begaf 6 Bt LuA naar Hoek van

Holland om de aldaar gevormde luchtdoelverdediging te versterken.

 

Bronnen:

Familie Rijnink

https://wo2-hoekschewaard.nl

http://www.zuidfront-holland1940.nl

https://militairespectator.nl