page contents
Dutchhelmets.nl
M16

Model 1916 (m16) helmen


Hieronder is beknopt de helm model m27 beschreven. Wilt u meer weten over de helm m27, dan adviseer ik u graag om het boek ‘De Nederlandse stalen helm 1916-1992’ aan te schaffen. Hierin vind u veel informatie over de besluitvorming, ontwikkeling, productie, aantallen en veel meer. Ook zijn er vele foto’s waarin u details kunt bekijken en foto’s waar de helm m27 in gebruik te zien is.

 

 

Op 16 december 1916 werd de helm model 1916 (m16) officieel vastgesteld en ingevoerd als Helm

No. 1. Nadat op 01 juli 1927 de helm model 1927 (m27) officieel werd ingevoerd als Helm Nieuw Model, werden alle verschillende modellen helmen m16 aangeduid als Helm Oud Model.

 

Gedurende de Eerste Wereldoorlog werden de ontwikkelingen van oorlogsmaterieel nauwlettend op de voet gevolgd door Nederland. Het werd toen al duidelijk dat de invoering van een stalen helm noodzakelijk was ter bescherming van de eigen militairen en in februari 1916 werd aan de Artillerie Inrichtingen (AI) opdracht gegeven om een eigen stalen helm te ontwikkelen.

 

De eerste proefmodellen geproduceerd door AI waren afgeleid van de Franse m15 Adrian helm en net als de m15 Adrian, voldeed deze proefhelmen ook niet.

Er werden ook een aantal proefhelmen geleverd door de firma van Heijst & Zonen die wel voldeden.

Deze helmen, van eigen ontwerp, werden uiteindelijk de basis om verder te ontwikkelen. Firma van Heijst kreeg de opdracht om een dertigtal helmen te leveren voor beproevingen.

 

Er werd door het Departement van Oorlog een order geplaatst van 100.000 helmen. 50.000 zouden door van Heijst geleverd worden en 50.000 door de firma Braat uit Delft. De firma F. Pauwels zou de 100.000 binnenwerken leveren.

 

Door een groot tekort aan staal kwam de productie amper op gang. Firma van Heijst leverde maar amper 13.000 helmen tot aan oktober 1917 en de firma Braat amper 300 (proef)helmen. De order bij de firma Braat werd hierdoor geannuleerd, ze bleken niet aan de verplichting te kunnen voldoen.

Ook was er verschil tussen de geleverde helmen door van Heijst. Er werden helmen geleverd van 1mm dik staal en er werden helmen geleverd van 1,5mm staal. De helmen van 1mm staal werden uiteindelijk afgestoten in 1922 vanwege het slechte kwaliteit.

 

In juni 1921 werden 22 bedrijven in het buitenland verzocht om proefhelmen te leveren. Maar zes bedrijven gingen hierop in en leverden de gevraagde proefhelmen. Van deze zes bedrijven kregen er uiteindelijk 3 een opdracht om de helmen te produceren. Deze producenten waren de firma’s van Heijst & Zonen uit Nederland, Hadfields Ltd. uit Engeland en Eskilstuna Stalpressnings uit Zweden.

Vanaf medio 1924 werden de helmen bij de Artillerie Inrichtingen geproduceerd en productie van de m16 helmen is doorgegaan tot 1928 bij de Artillerie Inrichtingen. Vanaf 1927 werden er bij de Artillerie Inrichtingen ook helmen geproduceerd van het model m27.

 

De ranselriemsleuven en ventilators in de helm m16 konden bij veel wind een hinderlijk geruis geven en in januari 1926 werd voorgesteld om deze weg te laten bij alle nieuw te produceren helmen. Op 23 maart 1926 gaf de minister van oorlog zijn akkoord en werd besloten om de bestaande helmen niet aan te passen, omdat het dichtmaken van de sleuven en luchtgaatjes een dure aanpassing was.

 

Een verbetering die begin 1927 op aanraden van de Helmencommissie in de productie werd doorgevoerd was een nieuw model 2-delige kinriem met platte schuifgesp en grotere kinriembeugel.

De nieuw model kinriem, ook wel 3e model genoemd, was 18mm breed en ongeveer 58cm lang. Deze werd de rechter kinriembeugel met 2 holnieten bevestigd. Aan de aan de linker kinriembeugel werd met 2 holnieten een korte riem met platte schuifgesp bevestigd.

De kinriembeugels werd met holnieten tussen de lederen band en binnenzijde helmschaal bevestigd.

Het 2e model kinriem werd bij alle in omloop zijnde helmen m16 vervangen door de nieuwe 3e model kinriem.

 

Uiteindelijk zijn er meerdere modellen geproduceerd van het model m16, nl.:

De m16 geproduceerd in 1916 door van Heijst;

De m16 geproduceerd in 1916 en 1917 door van Heijst;

De m16A geproduceerd tussen 1922 en 1924 door van Heijst, Hadfields Ltd. en Eskilstuna Stalpressnings;

De m16B geproduceerd in 1926 door Artillerie Inrichtingen;

De m16C geproduceerd in 1927 door Artillerie Inrichtingen;

De m16D geproduceerd in 1927 en 1928 door Artillerie Inrichtingen.


De helm m16


De helmen m16 geproduceerd in 1916 kenmerken zich door 3 ranselriemsleuven met aan beide zijden één ventilator. De helmen werden gespoten in een donkergroene kleur met een gladde afwerking.

Het binnenwerk was afgeleid van het Duitse model zoals gebruikt op Duitse m16 helmen en bestond uit drie lederen flappen geplaatst op een stalen band. Het geheel werd aan de helm bevestigd met 8 stalen platte holnieten waarbij per holniet een ring werd geplaatst van kurk tussen de helm en stalen band. Het duurde niet lang totdat de stalen band werd vervangen door een lederen band, vanwege klachten.

Ook waren twee maten beschikbaar, namelijk een van 56cm en een van 59cm. Afhankelijk van welke maat binnenwerk geplaatst was, was de dikte van de kurken ring verschillend. Er was een kurken ring van 10mm dik voor de maat 56cm binnenwerk en een kurken ring van 5mm dik voor de maat 59cm binnenwerk.

Snel ging men over op één maat van 59cm waardoor er aan de achterzijde van de lederen flappen kussens werden geplaatst gevuld met paardenhaar. Afhankelijk van de maat hoofd werden deze kussen gevuld tot een juiste maat was bereikt. Het kinriem was een 1-delig Frans model zoals gebruikt op de m15 Adrian, ook wel 1e model genoemd. In eerste instantie was de schuifgesp rechts geplaatst maar vrij snel werd deze naar de linker kant verplaatst.

Het binnenwerk werd na goedkeuring door het Centraal Magazijnen aan de binnenzijde van een van de flappen gestempeld door het met de letters CM en een jaartal. Deze CM stempels waren eerst wit van kleur, maar vrij snel ging het Centrale Magazijnen over op zwarte stempels.

De helmen gemaakt door de firma van Heijst werden aan de voorzijde (brede rand) gestempeld met “VAN HEIJST” met eronder “DEN HAAG”. Deze stempels zijn aan de binnenzijde, onder de voorste ranselriemsleuf geplaatst.


De helmen m16 geproduceerd in 1916 en 1917 kenmerken zich door 3 ranselriemsleuven met aan beide zijden één ventilator. De helmen werden gespoten in een grijsgroene kleur met een gladde afwerking.

Het binnenwerk bestond uit drie lederen flappen met aan de achterzijde kussens gevuld met paardenhaar, die op een lederen band waren geplaatst. Het geheel werd aan de helm bevestigd met 8 koperen klinknagels waarbij per klinknagel een kurken ring van 5mm werd geplaatst tussen de helm en lederen band.

Het binnenwerk werd na goedkeuring door het Centraal Magazijnen aan de binnenzijde van een van de flappen gestempeld door het met de letters CM en een jaartal. Deze CM stempels zijn zwart van kleur. Het kinriem was het 1e model.

De meeste helmen werden aan de voorzijde (brede rand) gestempeld met “VAN HEIJST” en eronder “DEN HAAG”. Deze stempels zijn aan de binnenzijde, onder de voorste ranselriemsleuf geplaatst.

Na 1922, werd een groot gedeelte van de 1,5mm dikke van Heijst helmen gereviseerd. Deze kregen een nieuwe model binnenwerk, een nieuw model 2-delige kinriem met doorngesp en de helmen werden in een grasgroene kleur gespoten met een korrelige afwerking.


De helm m16A


De helm m16A is tussen 1922 en 1924 geproduceerd door de firma’s van Heijst & Zonen, Hadfields Ltd. en Eskilstuna Stalpressnings en werden niet gestempeld. De m16A kenmerkt zich door 3 ranselriemsleuven en aan beide zijden één luchtventilator. Vanaf medio/eind 1925 werden de helmen m16A zonder luchtventilator geproduceerd. De helmen werden gespoten in een grasgroene kleur met een korrelige afwerking.

Het binnenwerk was een verbeterd model zoals gebruikt op de m16 helmen uit 1916 en 1917. Deze bestond uit drie lederen flappen geplaatst op een lederen band. De zakjes paardenhaar werd vervangen door drie rechthoekige vilten flappen die onder de lederen flappen werden geplaatst en er was maar één maat beschikbaar.

De kinriem was een 2-delige model, ook wel 2e model genoemd, met aan de linkerzijde een doorngesp in plaats van de eerder gebruikte schuifgesp.

De helm kreeg na goedkeuring van de Centrale Magazijnen een zwarte CM stempel met goedkeuringsdatum op de lederen band tussen twee flappen. Meestal bevind deze stempel aan de linker voorzijde


De helm m16B


Op 23 maart 1926 werd bij de Artillerie Inrichtingen de helm m16B met drie riemsleuven en zonder luchtventilator officieel vastgelegd en in productie genomen.

De m16B kenmerkt zich door 3 ranselriemsleuven en is niet voorzien van luchtventilatoren. De helmen werden gespoten in een grasgroene kleur met een korrelige afwerking.

Het binnenwerk bleef gelijk en de kinriem was van het 2e model.

De helm kreeg na goedkeuring van de Centrale Magazijnen een zwarte CM stempel op de lederen band tussen twee flappen. Meestal bevind deze stempel aan de linker voorzijde.


De helm m16C


Eind 1926 startte bij de AI de productie van de helm m16C. De helm m16C ontstond na een fout in de productie omdat een groot deel van de helmen te kort werden afgesneden voor het kralen van de rand. De m16C kenmerkt zich door het ontbreken van een ranselriemsleuf, een scherp rand en geen luchtventilatoren.

Het binnenwerk bleef gelijk en de m16C helmen geproduceerd eind 1926 en begin 1927 hadden een 2e model kinriem. Na het doorvoeren van het nieuwe 3e model kinriem begin 1927, kregen de m16C helmen het nieuwe 3e model kinriem.


De helm m16D


In januari 1927 startte de productie van de helm m16D. De m16D kenmerkt zich door het ontbreken van een ranselriemsleuf, een gekraalde rand en geen luchtventilatoren. Het kralen van de helmrand werd uitbesteed aan de N.V. Verenigde Blikfabrieken (Verblifa) in Krommenie.

Het binnenwerk bleef gelijk en de kinriem was van het 3e model.

 

Met de toegenomen oorlogsdreiging midden jaren ’30 werd bepaald dat in het geval van een mobilisatie ook de opgeslagen helmen m16 in al zijn varianten moesten worden uitgereikt om over voldoende helmen te kunnen beschikken. De helmen m16C en m16D kregen vanaf maart 1936 alsnog één ranselriemsleuf, die aan de voorzijde (brede rand) werd aangebracht. De ranselriemsleuf was bedoel om de helm mee te voeren anders dan op het hoofd.

Ook werd de wijze van dragen vrijgelaten, omdat vrijwel alle militairen de helm m16 liever met de brede rand naar achteren droegen.